De rode nacht van de klokken kondigt een wereldwijde catastrofe aan. Vernietiging op bijbelse schaal. De ochtend zien is geen zegen. Het handjevol verspreide overlevenden wordt geconfronteerd met bloedrode luchten en een plaag van roofzuchtige verschrikkingen die nooit op aarde zijn ontstaan. Een bezettingsmacht die erop uit is de restanten van het dierenleven van de planeet te wissen. Over de verlaten landschappen van Engeland, verstoken van infrastructuur en samenleving, kunnen de over het hoofd gezienen zich verbergen of proberen de helse verschrikkingen te ontlopen. Totdat er een gerucht opduikt dat beweert dat de zee een ontsnapping kan bieden.
De gewone, onopvallende, richtingloze Karl is een van de weinigen die de eerste nacht heeft overleefd. In het gezelschap van twee wezen vlucht hij naar het zuiden. Maar alleen in afschuwelijke onthullingen en groter gevaar, waar een getransformeerde wereld en een groeiend ras van vraatzuchtige wezens wachten. Gedreven door het einde van het land en zichzelf, moet hij de kwaadaardigheid van buitenaardse wezens en mensen overwinnen en handelen op manieren die enkele dagen geleden nog ondenkbaar waren.